Verduurzaming van bestaand vastgoed

Commercieel directeur Ted van Schijndel en Jorn van Bommel, projectleider Service en Onderhoud, wijzen op het belang van het ‘gebouw als schil’ als het gaat om verduur­zaming. De technische installatie komt in principe pas daarná. “Wij tonen de opdrachtgever aan dat dienstbaar zijn aan het milieu één ding is, maar dat zo’n investering vervolgens rendabel dient te zijn. Je kunt je euro maar één keer uitgeven, geef ‘m dan uit dáár waar ‘ie het meest rendeert. Die rekensommen moeten gemaakt worden. Wij kunnen dat.”

Isoleren en slim zijn

Ted van Schijndel doelt op de insteek die veel bedrijven de laatste jaren hanteren: besparen op energielasten. “Wek je je stroom louter op met zonnepanelen, dan is een incidentele ‘verspilling’ op zich niet zo erg, zeker op dagen dat je panelen toch genoeg energie produceren. Maar de dieperliggende gedachte is natuurlijk dat je (energie)zuiniger wilt werken, met respect voor de generaties die na ons komen. En dat bereik je allereerst door je gebouw te isoleren en slim energie te gebruiken, zoals met bewegingsmelders. De overheid streeft dat al langer na; de maatschappij verlangt dat ook min of meer. Het bedrijfsleven volgt nu ook.”

De terugverdientijd van een investering zit dus niet alleen in het installatiedeel, maar ook in de schil. Jorn van Bommel: “Bij het aanpakken van de schil nemen we eerst de energiebehoefte van de opdrachtgever op, in de regel met een installateur. Dan bekijken we welke isolatiemogelijkheden er zijn en waar. De effecten van de maatregelen moeten ook passen bij de terugverdientijd die de opdrachtgever wenst. Wij rekenen de warmtelast door. Elke energiebesparende maatregel heeft immers weer invloed op de benodigde zwaarte van de installatie.”

Evenwicht

“Er moet een evenwicht komen tussen het bouwkundige deel en het installatiedeel. Is de schil goed geïsoleerd, dan zal de warmtevraag bovendien veel stabieler worden; verschillen tussen warm en kou worden immers kleiner. Dat betekent dat men met een (fors) kleinere installatie uit de voeten kan omdat er minder of geen piekbelastingen meer zijn. Ook die voortdurende bijstellingen kunnen wij in onze berekeningen meenemen, werk dat doorgaans louter aan installateurs besteed is.”

Het betekent dat ook wordt meegedacht over oplossingen die eerdere generaties ook al toepasten. Jorn van Bommel: “Wat te denken van leibomen vóór een gevel waar veel zon op staat? In de zomer hou je warmte tegen, in de winter valt het zonlicht (en dus warmte) er mooi doorheen. Dergelijke resultaten bereik je bijvoorbeeld ook door zonwerende folie toe te passen, die met name in de zomermaanden zijn werk doet.”

Zelf ook energieneutraal

Extra meerwaarde biedt van der Horst aannemers op het organisatorische vlak. “Bij bestaand vastgoed moet je ‘om het gebruik heen’ organiseren. Vaak blijft ‘de winkel open tijdens de verbouwing’. Wij hebben daar jarenlange ervaring mee. Kunnen ook bepaalde ingrepen anders uitvoeren. Zo hebben we bij school isolatieplaten op de daken verlijmd, in plaats van geschroefd of geboord. Dat werkt stukken stiller.”

Waarmee de commercieel directeur aangeeft dat zijn onderneming het hele traject voor de opdracht­gever kan verzorgen: “Wij kunnen opnemen, doorberekenen én vervolgens (slim) uitvoeren.” Een voorbeeld is een project in Echt-Susteren, nieuwbouw en verbouw van een zwembad naast een bestaande sporthal. Daar is zware isolatie toegepast, ook op het dak van de sporthal. Bovendien wordt de warmte van het zwembadwater tegenwoordig gebruikt voor andere warmtevragen in het complex. We zijn bezig met een verduurzamingstraject van honderd panden Den Bosch, in een samen­werkingsverband van vijf aannemers en vier installateurs, de komende twee jaar. En dan is er nog ons eigen bedrijfspand: we verwarmen met een warmtepomp en medio oktober zijn we volledig energieneutraal door het plaatsen van een kleine duizend zonnepanelen”. Goed voorbeeld doet volgen…