www.zltolandvancuijk.nl / www.landvancuijkboertbewust.nl
In Overloon verwerkt familie Alders 135.000 kuub varkens- en rundveemest tot waardevolle natuurlijke mineralenproducten voor binnen- en buitenland. Minder transport en vervanging van kunstmest door natuurlijke producten zijn het resultaat van jarenlange ontwikkeling en doorzettingsvermogen van familie Alders.
Ter vergelijking: hun eigen melkveebedrijf met 230 koeien en 145 stuks jongvee produceert 6.000 kuub mest. “Wij verwerken hier dus mest van veel varkens- en rundveebedrijven uit de regio. Door, eenvoudig gezegd, het water eruit te halen en de dikke en dunne fractie te scheiden, blijft er minder dan de helft en een waardevoller product over”, legt Ben Alders (72) uit. Wekelijks rijden ruim 100 vrachtwagens het erf van de mestverwerking op en ook weer af. “Vrachtwagens halen de mest in Land van Cuijk op en die wordt ook in Land van Cuijk verwerkt. Een duurzaam proces.”
Familie Alders heeft van oorsprong een rundveebedrijf. Ze melken 230 koeien, fokken hun koeien zelf op en zijn een praktijkbedrijf voerefficiëntie van CRV, de fokkerijorganisatie van koeien. Ook zijn ze deelnemer van Land van Cuijk Boert Bewust en Klasseboeren. Ben, Hannie en hun kinderen Tim, Willem en Lisette werken met z’n allen vol passie in het boerenbedrijf. Pater familias Ben Alders blikt terug: “Vanuit de gedachte dat wij hier ons bedrijf willen voortzetten op een toekomstbestendige manier, ontstond in 2004 het idee om zelf mest te gaan verwerken. Er was een overschot en door die in de regio te verwerken willen wij bijdragen aan een duurzame toekomst.” Het proces startte in 2004 en in 2019 ging de eerste mest de fabriek in. Een lang proces van veel overleg, mensen overtuigen, technieken onderzoeken, vergunning en financiering regelen.
In 2004 werd ’t Lons Vlak, waar familie Alders woont, aangewezen als Landbouw Ontwikkelings Gebied (LOG). “Dat betekende dat hier intensieve bedrijven zouden komen. Wij hadden opvolgers en wilden hier niet weg”, blikt Ben terug. Ben, altijd in voor innovatie, wilde op eigen terrein mestverwerking realiseren. De gemeente Boxmeer was hiermee eens en dus schreef hij een plan. “De gemeente wilde meewerken, maar de provincie niet. Het is een ingewikkeld schaakspel geworden”, aldus Ben.
Financiering, technieken; alles moest uitgezocht worden. “Het heeft heel veel energie, ergernis, geld en heel veel tijd gekost om de fabriek van de grond te tillen. Ik ben bij het ministerie geweest, Shell, voerfabrikanten en Campina. Het was onbekend, het was mest, daar wilden ze niet in financieren. Uiteindelijk heeft de Rabobank een financiering verstrekt en met hulp van een paar goede kennissen die mee hebben gefinancierd, is het gelukt.” Zoon Tim (41) is ermee opgegroeid. Nu is hij de operator die fulltime mestfabriek Vlako, de naam komt van ’t Lons Vlak, runt. Vlako biedt werk aan 3,5 fte.
Tim omschrijft het proces: “De transporteur brengt de mest bij de fabriek. Na wegen en bemonsteren lost die in de aanvoerput. De drijfmest wordt opgepompt en gescheiden door een zeefbandpers. Daar ontstaan twee stromen: vaste en dunne fractie.” Het resultaat is een meststof met een gemiddeld drogestofgehalte van 35 procent en verhit zodat eventuele ziektekiemen gedood zijn. Het product gaat voornamelijk naar Duitse en Franse akker- en tuinbouwers als vervanger van drijfmest. Vlako heeft het Fertigarant- certificaat van Kiwa.
Voordat de dunne fractie naar de omgekeerde osmose gaat, vindt eerst bezinking plaats om de nog grove deeltjes eruit te filteren. In de omgekeerde osmose worden twee eindproducten gemaakt. “Het eerste is schoon water dat we via peilgestuurde drainage terug brengen in de natuur op 20 hectare van ons perceel. Het tweede eindproduct is mineralenconcentraat dat fosfaatarm is en rijk aan stikstof en kali. Dit is een heel mooi product voor het vervangen van chemische kunstmest. Het hele proces is duurzaam, net wat de politiek wil”, legt Tim uit.
Tim: “De mineralenfabriek draait nu naar wens. Maar we kunnen nog veel meer. De waardevolle grondstof, de vaste fractie, moet nog steeds naar het buitenland. Dat kan anders. In deze meststof zit nog veel energie die we kunnen omzetten naar groen gas of waterstof.”
Alders verwacht dat waterstof een steeds belangrijkere rol gaat spelen in de energietransitie. Elektrificatie is niet voor alle sectoren de oplossing. Het is mogelijk waterstof te produceren uit mest en hiermee een duurzame brandstof aan te bieden. “Deze techniek staat nog in de kinderschoenen en de overheid staart zich blind op wind- en zonne-energie waardoor ze andere mogelijkheden nog niet zien. We moeten nog een lange adem hebben voordat dit proces daadwerkelijk operationeel is. Dat is een punt: wij lopen als Nederlandse landbouw met de technieken voorop. Je moet veel zelf uitvinden en wij met ons boerenverstand vinden dat een geweldige uitdaging”, besluit Tim Alders.
Ben (l.) en Tim Alders.