Kers en Zo, het fruitbedrijf van Ruud Barten, is een van de weinige bedrijven met kersen onder glas. “Onze kersen uit de kas zijn beschermd tegen vorst, regen en vogels en zijn eerder rijp.” In 2022 plantte hij ook kersenbomen buiten. Dit jaar hoopt hij de eerste kersen buiten te oogsten. Mits de suzukifruitvieg hem niet voor is.
Het jonge fruitbedrijf, opgericht in 2015, ligt aan de Hapseweg in Sint Hubert. “De afgelopen jaren hebben we ons bedrijf opgebouwd en hebben veel mensen uit het Land van Cuijk kennis gemaakt met onze kersen. Het is elk jaar een uitdaging om een mooie oogst te realiseren.” Wel ziet de ondernemer de toekomst donkerder in: de suzukivlieg is een grote bedreiging voor de Nederlandse kersenteelt. “Ik heb moeite met de Nederlandse overheid: ze wil duurzame teelten, eten van dichtbij met een lagere footprint, maar stelt regels op die het onmogelijk maken om hier kersen te telen.”
Barten heeft 1,5 hectare kersen, de helft in de kas en de helft buiten. Hij levert kersen aan regionale supermarkten, boerderijwinkels en huisverkoop. Kersentelers zijn gewend aan diverse insecten, schimmels, bacteriën en vogels. “We proberen de bestrijding zoveel mogelijk op natuurlijke en biologische manier te doen. We zetten bijvoorbeeld roofmijten uit voor het bestrijden van spint. Dat leer je door de jaren: welke schadelijke insecten kun je met hun natuurlijke vijanden bestrijden?” De suzukivlieg is echter een heel ander verhaal. “Ongeveer twaalf jaar geleden is het kleine fruitvliegje, oorspronkelijk afkomstig uit Azië, Nederland binnengekomen. Het legt eitjes in bijna rijp fruit. Hieruit komen kleine witte larven. Al het zacht- en steen fruit staat op het menu: kersen, aardbeien, frambozen, bessen, druiven etcetera. De consument wil geen witte wormpjes in de kersen”, legt Ruud uit. In Nederland kenden ze al de kersenvlieg, maar die heeft maar één generatie per jaar en legt ongeveer 70 eitjes. “Daar is prima mee te leven. De Dropsila Suzuki daarentegen legt 300 eitjes en herhaalt deze cyclus ongeveer zeven keer per jaar. De supersnelle vermeerdering en het ontbreken van natuurlijke vijanden maakt dat de suzukivlieg een echte plaag is voor ons kersentelers.” Voor de suzukivlieg heeft hij de kersenkas potdicht gemaakt. Er kan geen vlieg meer binnen komen. Buiten bij de nieuwe kersenboomgaard gaat die vlieger niet op. Suzukifruitgaas met hele fijne mazen rondom de boomgaard moet voorkomen dat de suzukivlieg invliegt.
Onderzoekers zijn al jaren op zoek naar de natuurlijke vijanden van de suzukivlieg. “Dit is een lange weg. Je wilt ook niet dat een natuurlijke vijand schade doet aan andere nuttige insecten.” De Sint Hubertse teler stelt dat de Nederlandse telers voorop lopen in een zo natuurlijk mogelijke fruitteelt. De biologisch middelen Tracer en Excirel zijn effectief zijn voor het bestrijden van zowel de suzukivlieg als larve. Deze middelen hebben geen vaste toelating voor de kersenteelt. Voor andere fruitsectoren wel. De leverancier heeft destijds niet specifiek de aanvraag voor kersen gedaan: een kosten-baten analyse. Elk jaar moet opnieuw een vrijstelling aangevraagd worden. “Dat levert dan politieke discussies op met als gevolg dat vrijstelling niet verleend wordt of met allerlei extra voorschriften die in de praktijk niet haalbaar en realistisch zijn.” Elk jaar zijn de voorschriften anders en worden net voor de oogst bekend. “Bijvoorbeeld het gebruik van een bepaalde spuit die niet direct leverbaar is of plantafstanden tot het gaas wat in praktijk betekent dat je bomen moet
rooien”, aldus Ruud. Hij stelt dat de overheid moet doorpakken en praktische regels opstellen om de teelt van Nederlandse kersen mogelijk te blijven maken. “Waarom regels en verbod op middelen die in het buitenland wel zijn toegestaan? Willen we dan kersen uit het buitenland eten? Duurzaam telen en consumeren en kersen importeren gaan niet samen. Waarom gaat de overheid niet langs ons staan om gezamenlijk oplossingen te zoeken?”
Ruud Barten vindt dat de overheid kansen laat liggen voor duurzame kersenteelt in Nederland. “De overheid stelt regels op. Zonder kennis van de praktijk lijkt het.” De kersenteelt is een kleine sector met een honderdtal ondernemers. Ruud ziet de toekomst, zeker voor buitentelers, donker in. “Geven bepaalde partijen de voorkeur aan fruit uit het buitenland, waar de middelen wel zijn toegelaten? Met de bijbehorende stikstofuitstoot van transport?” vraagt Ruud zich af. Hij heeft veel vragen: “Is het wel mogelijk om met een spuit door gaas met mazen kleiner dan één vierkante millimeter te spuiten? Onderzoek dit en maak dan de regels.” Met kersen onder glas blijft kersenteelt wel mogelijk, maar buiten is het nog de vraag. Ruud: “Geef ondernemers kansen zodat de Nederlandse burgers Nederlandse kersen kunnen blijven eten. Lekker en van dichtbij.”