Roy Vogels is general manager Toyota & Suzuki bij Oostendorp Autogroep. Hij was het die als vestigingsmanager de Cuijkse vestiging aan de Ewinkel ‘op de kaart mocht zetten’. Oostendorp nam in 2012 het Toyota-dealerbedrijf van de gebroeders Van den Bosch over. Sinds enige tijd is het pand aan de Ewinkel in Cuijk gesloten. Een pand waar volgens Roy Vogels een prima omzet werd gedraaid. En dan toch dicht? Dat lijkt tegenstrijdig, maar de voormalig vestigingsmanager wil graag uitleg geven. “Het heeft alles te maken met strategische groei. Onze regionale betrokkenheid blijft.”
Oostendorp Autogroep is actief in Noordoost-Brabant, Noord-Limburg en Zuid-Gelderland. Het is naast veertig jaar Toyota-dealer ook dealer van de merken Mazda, Hyundai. Suzuki, Nissan en Mitsubishi. Het bedrijf heeft vestigingen in Uden, Oss, Den Bosch, Nijmegen, Helmond, Venray, Middelrode en per 1 januari 2021 ook in Eindhoven. Met ingang van die datum nam Oostendorp de Driessen Toyota en Driessen Suzuki dealeractiviteiten in Eindhoven over.
Oostendorp bestaat verder uit een merk- onafhankelijke leasemaatschappij met bijna 3000 auto’s van alle merken in portefeuille, twee autoverhuurbedrijven, vier autoschadeherstelbedrijven, vier autoruitspecialisten en een eigen verzekeringsbedrijf.
Schaalvergroting
De sluiting van de Cuijkse vestiging komt op een moment dat overal in de maatschappij schaalvergroting doorzet. “En niet alleen binnen de autobranche”, aldus Roy Vogels. “Tien jaar geleden kozen we met de Oostendorp Autogroep om strategisch te groeien. We hadden toen al vestigingen in Uden, Helmond, Venray en Cuijk, maar wisten ook dat we door moesten groeien naar locaties in de grotere steden. Anno 2021 is dat bereikt in Den Bosch, Nijmegen en recent dus ook Eindhoven.”
“Doel is om onze klanten mobiliteit in de breedste vorm aan te bieden. Daarnaast zien we nog een ontwikkeling in de markt: de kracht van internet. Vroeger zagen we een klant gemiddeld drie keer voordat een auto wordt gekocht. Die oriëntatiefase gebeurt nu grotendeels door de klant zélf, die we daardoor nog gemiddeld 1,2 keer zien. De vraag is in toenemende mate: hoeveel showrooms heb je nodig bij de groei van internet? Want je hebt geen glazen bol nodig om in te zien dat het belang daarvan alleen maar groter zal worden.”
“We hebben nu (medio februari, red.) al zeven weken de showroom dicht en toch zijn de verkopen voor zestig, zeventig procent doorgegaan. Dat zegt genoeg.”
Ontzorgen, hoe?
En dan komt het moment dat het huurcontract in Cuijk (het pand werd gehuurd van de familie Van den Bosch) afloopt. “Toen hebben we het besluit genomen niet meer te verlengen. Dat is best bijzonder bij een vestiging die toch lekker loopt. Maar tegelijk weten we dat we daar op de lange termijn geen business case hebben. Het heeft ook niets met corona te maken, ons besluit stond al langer vast. Ik vraag me in dat opzicht af of er niet méér autobedrijven in dezelfde knoop zitten, kijk om je heen en je ziet dat er opgegeten zijn of compacter geworden. Iedereen maakt zijn eigen keuzes.”
“Binnen een autobedrijf heb je natuurlijk de sales, maar ook onderhoud. Voor ons ligt er nu een mooie uitdaging: de vraag hoe we onze klanten op dat vlak gaan ontzorgen. Ik denk dat een klant bereid is om een half uur te rijden naar een showroom voor een nieuwe auto, maar voor onderhoud ligt dat op een kwartier, twintig minuten. Voor de klant die niet wil rijden zou je kunnen denken aan een gratis haal- en brengservice. Dat bieden we nu al aan aan iedereen in de omgeving Cuijk. Deze mensen kunnen voortaan in Uden, Venray of Nijmegen terecht.”
Dat kan door onze eigen verkopers, chauffeurs of andere medewerkers gedaan worden. Verder kun je ook aan drop-off points denken, maar dat moeten we nog allemaal doorontwikkelen. De branche heeft hier geen blauwdrukken voor, iedereen heeft wel bepaalde ideeën en uiteraard kijken wij ook naar succesvolle formules. Maar ook naar formules die eerder niet werkten, want die hoeven niet slecht te zijn. Er zijn voorbeelden van formules die vijftien jaar geleden niet aansloegen, maar die nu kansrijk zijn, door een intussen veranderde tijdsgeest. We zitten immers in een veranderende fase, de klant moet het oppikken en onze timing moet perfect zijn.”
In de breedste zin
Wachten in de showroom. Sommige klanten vinden dat voldoende, een ander wil er vermaakt worden, en wellicht nog meer dan dat. “Een showroom wordt dan een soort experience center, waar je bijvoorbeeld ook kunt lunchen of in een simulator kunt ervaren hoe het is om in een 4×4 te rijden. Dat is in de basis net zoiets als Ikea doet. Waarom is het daar altijd druk? Omdat je daar desgewenst een hele dag zelf kunt invullen, je bezoek met een lunch altijd passend kunt maken. Ontzorgen in de breedste zin. Dat verandert je business case en daar bereiden wij ons op voor. Klaar voor de toekomst.”
“Mobiliteit in de breedste zin”
Roy Vogels: “Onze regionale betrokkenheid blijft.”