Onze regio kent veel familiebedrijven; ondernemingen die vaak al van generatie op generatie zijn overgegaan. In ‘FamilieZaken’ belicht InZaken Land van Cuijk & Noord-Limburg de relatie tussen de verschillende gezinsleden in een bedrijf. In deze aflevering gaan we met Theo en Camiel Smits in gesprek over karaktereigenschappen, manier van leiding geven en de verstandhouding tussen familieleden in een bedrijf dat een geschiedenis heeft die maar liefst 171 jaar terugvoert: Steenhouwerij J.H. Smits & Zonen BV.
Zware platen van hardsteen, graniet en marmer worden er al lang niet meer met hand verplaatst. Daar zijn heftrucks en volautomatische takels voor. Ouderwets handwerk heeft plaatsgemaakt voor computergestuurde frees- en zaagmachines. Maar steenhouwen blijft een ambacht. Bij Steenhouwerij J.H. Smits & Zonen al sinds 1848. Het Cuijkse familiebedrijf levert maatwerkproducten door heel Nederland voor in- of exterieur: werkbladen, wastafels, badkamers, haarden, vloeren, vensterbanken, dorpels en muurafdekkers. Afnemers zijn (interieur)bouwbedrijven, architecten, keukenbouwers en projectontwikkelaars.
Wordt er thuis over zaken gepraat?
“Laatst hadden we met ons gezin een etentje in Rotterdam. Ik wilde iets aanhalen… ‘Nu even niet’, zei Theo veelbetekenend. Ik bedoel maar: het is even onvermijdelijk als het werk zelf. Er is altijd wel iets te bespreken.”
Stimuleerden je ouders destijds om voor het bedrijf te kiezen?
Theo: “Mijn moeder vond studie belangrijk, maar dat wilde bij mij niet zo vlotten. Het was 1978 en mijn vader was op dat moment de enige in het bedrijf, maar kon veel dingen simpelweg niet in zijn eentje. Zo ben ik gekomen, als de vierde generatie, en tegenwoordig werken we met 22, 23 mensen. Uiteindelijk is het mijn passie geworden.” Zoon Camiel kwam in 2015 in het bedrijf, nog tijdens zijn opleiding bedrijfskunde aan de Fontys Hogeschool. “De tijd was er kennelijk rijp voor dat ik ging werken. Mijn ouders hebben nooit aangedrongen. Maar toen het bedrijf de switch maakte naar industrieel maatwerk, groeide mijn interesse snel.”
Heeft Camiel het makkelijker dan jij destijds? Of juist moeilijker?
Theo: “Er zijn een paar honderd steenhouwerijen in Nederland. Enkele zijn heel groot, wij zijn de ‘grootste van de kleineren’, zeg ik altijd. Dat schept verwachtingen. Het uitgangspunt is heel anders: toen ik begon, waren we met z’n tweeën, nu met een heel team.” Camiel: “Of het daardoor moeilijker is, zou ik niet willen zeggen. Je kunt 1978 niet vergelijken met 2015. Bovendien heb ik zelf hiervoor gekozen, de druk die er soms is in een familiebedrijf, heb ik niet gevoeld. Dat is fijn.”
Wat zie je van jezelf terug in je zoon?
“Van alles. Hij heeft ook dat stuk gedrevenheid dat je móet hebben als ondernemer. Want een goede vakman zijn betekent niet automatisch dat je ook een goede ondernemer bent. Drive is onmisbaar. Maar ik heb meer met het product, terwijl Camiel erg goed naar de klant luistert.”
Is het lastig, een vader die je voortdurend op de vingers kijkt?
“Nee, zo voel ik het niet, als het al zo was. Ik vind dat wij het samen mooi doen. Het loopt door elkaar. Het is moeilijk om aan te geven wie precies wát doet. Maar inmiddels neem ik wel de dagelijkse aansturing grotendeels op me. Mijn vader is weer veel in de werkplaats te vinden en daar geniet hij van, na jaren op kantoor.”
Liggen de verwachtingen voor jezelf hoger dan wanneer je ergens anders zou werken?
“Ik heb voor mezelf een enorme motivatie. Die hoge verwachtingen zijn herkenbaar, zeker in familiebedrijven, maar mijn motivatie zou ik elders óók hebben laten zien.”
Geven jullie complimenten aan elkaar?
Theo: “We hebben zo onze overlegmomenten en daarbij geven we uiteraard aan wat goed gaat en wat beter kan. Complimenten zijn dan vaak wat verhuld, want je weet hoe mannen zijn: wij spreken dat nooit zo letterlijk uit. Wij voelen dat gewoon aan.” Camiel: “Voor onze medewerkers ben ik niet ‘het zoontje van de baas’. Dat vind ik al een compliment.”
Zijn er wel eens conflicten of spanningen?
Theo: “Dat valt reuze mee. Camiel is veel bedachtzamer dan ik, hij remt me zelfs af en toe af. Je krijgt er een klankbord bij. Hij was nog geen maand in bedrijf toen hij de routing omgooide. Dat ging gepaard met een flinke investering en daar moest ik nu eens wat langer over nadenken. In die zin was dat best spannend. Maar het slaagde: we doen nu met 22 mensen méér dan we met 27 man vóór de crisis deden.”
Stelling: mijn bedrijf is mijn leven.
Camiel: “Wij werken om te leven. Alles moet in een goede verhouding zijn, toch?”
Wat is de rol van de accountant in een familiebedrijf?
In 2020 gaan de aandelen over naar Camiel. Theo stopt op dat moment weliswaar niet met werken, maar formeel is hij dan uit de onderneming. Het traject wordt begeleid door Ferdie Renkens, vennoot bij OOvB adviseurs en accountants. “Onze relatie gaat ver terug”, zegt Ferdie. “Theo’s ouders waren al klant. Toen zij hun bedrijf overdroegen, heb ik een relatie opgebouwd met Theo. Die band bestaat tot op vandaag. Zo hebben we gespard tijdens de crisis en overleggen we bij de aanschaf van een nieuwe cnc-machine of de verbouwing van de showroom.”
“En nu begeleid ik dus de volgende overname. Zo’n proces regel je niet op een namiddag. Dat moet groeien en neemt vaak jaren in beslag. Welke structuur kies je? Zijn alle belanghebbenden gehoord? En zo zijn er meer zaken te regelen waarmee je graag in een vroeg stadium rekening houdt. Binnen onze organisatie hebben wij voor elke discipline specialisten. Denk aan de jurist, fiscalist en de bancaire specialist. Zo kunnen we in Theo en Camiel in elk stadium van dienst zijn. Dat geeft rust.”
www.steenhouwerijsmits.nl
Camiel Smits, Theo Smits en Ferdie Renkens (v.l.n.r.). Een relatie die ver terugvoert.
“Wij werken om te leven. Alles moet in een goede verhouding zijn, toch?”