Nieuw concept voor voorjaar 2021, want wie de jeugd heeft…
Een ‘gebruikelijke uitreiking’, op de eerste donderdag van november, zit er dit jaar niet in, maar de juliberende Ondernemersprijs Land van Cuijk & Noord-Limburg wil van de zilveren editie niettemin iets bijzonders maken. Er komt een compleet nieuw concept voor het voorjaar van 2021. Intussen wordt het jubileum gevierd op sociale media en daar worden ook, tezijnertijd, de genomineerden bekend gemaakt. Ten teken van de verjongingsslag die is ingezet, zal geen van hen ouder zijn dan 35 jaar. De finale staat nu gepland voor 3 juni 2021. Deze avond wordt hoe dan ook anders dan anders.
25 jaar Ondernemersprijs ziet voorzitter Martin van Collenburg als een mooi moment om ‘terug te blikken, vooruit te kijken én het ondernemerschap in de regio te vieren’. Dat doen we in dit artikel met achtereenvolgens oud-voorzitter Jan van Raaij, de huidige preses en oud-winnaar Wiljan Laarakkers.
Jan van Raaij, oud-voorzitter
‘Altijd kwaliteit leveren, dat wil de ondernemer zélf ook’
In 1996 zag de Ondernemersprijs het levenslicht. Bedrijfsleven, gemeenten, arbeidsvoorziening en onderwijs wilden impulsen voor de regionale economie. Dat idee werd bereikt door goed ondernemerschap een podium te bieden. “Groot initiator was Stork-directeur Jaap Schipper, de eerste voorzitter. Later kwam Hans Wijn, van hem nam ik in 2008 het stokje over”, vertelt oud-voorzitter Jan van Raaij, die na de editie van 2015 afscheid nam. “We hebben altijd kwaliteit geleverd, precies zoals de ondernemer dat zélf ook wil.”
Drijfveer
“De Ondernemersprijs is voortdurend met z’n tijd meegegroeid. Ook qua vormgeving van het gala, waar tijdens uitverkochte avonden het nodige uit de kast werd gehaald om het publiek te vermaken. We wilden nooit achterleunen, wilden het steeds nóg aantrekkelijker en inhoudelijk nóg beter maken. Dat is de afgelopen 25 jaar in feite de drijfveer geweest.”
Netwerken
Een andere, niet te onderschatten doelstelling van de prijs is de mogelijkheid tot netwerken, benadrukt Jan van Raaij: “Genomineerd worden levert jou en je bedrijf geweldige publiciteit op. En het belang van de prijs is alleen maar verder uitgegroeid: ondernemers zijn er oprecht trots op. Loop maar eens binnen bij een oud-winnaar of oud-genomineerde: overal staat ‘ie in de vitrine. Waar in de beginjaren wellicht nog de sfeer van ons-kent-ons aan de onderscheiding kleefde, is deze tegenwoordig breed gedragen. Het bewijs zijn de vele sponsors die zich er inmiddels aan verbonden hebben.”
Martin van Collenburg, Jan van Raaij en Wiljan Laarakkers (v.l.n.r.)
‘Terugblikken, vooruitkijken én vieren’
‘Jongeren kijken vaak heel anders naar ondernemen’
In 2016 werd Martin van Collenburg de nieuwe voorzitter. Het was ook het jaar waarin het evenement een andere aanpak kreeg, waarbij de organisatie zich opnieuw is gaan afvragen wat iemand nu werkelijk een goede ondernemer maakt. De aloude Startersprijs werd ‘breder’ en was voortaan een prijs voor ‘Opmerkelijk Ondernemerschap’.
Verjongingsslag
Martin van Collenburg legde het indertijd uit: “De Ondernemersprijs is een ‘instituut’ en dat willen we verder uitbouwen.” Inmiddels is het 2020. “We hebben de coronacrisis gebruikt om nog eens goed te kijken naar wat de afgelopen vijfentwintig jaar hebben gedaan én naar waar we naartoe gaan. Het doel, de ondernemer in de schijnwerper zetten, gebeurde door eens per jaar een feestavond te organiseren. Daarin willen we nu een verjongingsslag. Jongeren kijken immers vaak heel anders naar ondernemen. Diverse enthousiaste jonge ondernemers draaien nu mee. Dat is goed, er komen allerlei nieuwe ideeën op tafel.”
Zichtbaar maken
“Daarnaast denk ik dat er heel veel jongeren zijn in deze regio die we bijna niet zien. Die jonge ondernemers willen we enthousiasmeren en meer zichtbaar maken. Dus naast één keer per jaar een knalavond, ook door het jaar heen contactmomenten creëren tussen jongere en oudere ondernemers. Jongeren vragen soms om een stuk coaching en ik denk dat ook de ouderen er nog veel van kunnen leren. Ik zie dit proces als een ontdekkingsreis. Ik weet nog niet waar B ligt, wat B is, maar we zijn wel op weg naar B. Dat maakt het leuk en dynamisch. Spannend bovendien.”
Jonge ondernemers
Wie genomineerd worden, blijft vooralsnog een verrassing. Maar de voorzitter wil niettemin al een tipje van de sluier oplichten: “Voor het eerst is leeftijd dus een criterium. We zoeken naar ondernemers die maximaal 35 jaar oud zijn en minimaal twee jaar ondernemer. Verder nemen we alle oud-genomineerden nogmaals onder de loep. Geselecteerden daaruit, maken kans op de titel Opmerkelijk Ondernemer.”
Wiljan Laarakkers, oud-winnaar
‘Ik heb geleerd over mezelf’
In 2011 won Wiljan Laarakker de Ondernemersprijs. “Ik heb er een heel goed gevoel aan overgehouden”, blikt hij terug. “We zijn er op de eerste plaats een stuk bekender door geworden in de regio, al heeft dat zakelijk voor ons niet direct zo’n uitwerking gehad. Het was daarnaast goed om beoordeeld te worden door een vakjury, mensen met verstand van zaken. Ik heb geleerd over mezelf. Dat ik een jaar later zélf – als winnaar – automatisch ook in die jury kwam, was opnieuw heel leerzaam voor me. Net zoals je daardoor ook in de keuken bij de genomineerden mocht kijken; echt interessant.”
Losgaan in de limousine
Wiljan Laarakkers herinnert zich de overweldigende reacties na zijn uitverkiezing. “Uit echt alle hoeken kwamen ze, ook heel onverwachte felicitaties. De vrijdagochtend na het gala zijn we op een gegeven moment maar gestopt met werken, want dat lukte toch niet meer. En nóg altijd krijg ik zo af en toe de opmerking: ‘jij hebt toch ook eens gewonnen?’ Toch wil ik benadrukken dat ik deze prijs samen met mijn broer en mededirecteur Marcel verdiend heb, al stond er dan maar eentje van ons op het podium. Het is een cliché dat ‘je het samen doet’, maar in ons geval is dat echt zo.”
“Toen het eenmaal zover was en we voor die zaal stonden, wilde ik ’m winnen ook. Ik vónd het spannend! Na afloop werden we met alle genomineerden weer naar huis gebracht in de limousine. Ik vond het bijna een beetje sneu voor de anderen, maar gelukkig bleven wij als laatste in die auto zitten. Toen die deuren dichtgingen, zijn we gigantisch losgegaan, dat weet ik nog…”