Begin dit jaar heb ik mijn 61e verjaardag nog met mijn beide ouders gevierd. Nu ben ik wees. Beide ouders (89 en 91 jaar) overleden in een half jaar tijd. Verdrietig en dankbaar probeer ik mijn gevoelens een plaatsje te geven. Verdrietig omdat ik ze mis. En dankbaar voor het feit dat ik mij door hun onvoorwaardelijke hulp en steun als kind heb mogen ontwikkelen en zij mij later opnieuw steunden, toen ik in de business ging.
Zoals het in alle kleine bedrijven ging, deed ma traditioneel het gezin en de eenvoudige kantoorwerkzaamheden terwijl pa in ons geval letterlijk ‘de boer op ging’. Ik ging altijd graag mee met m’n vader. Op jonge leeftijd was ik al gefascineerd in niet alleen de handel maar ook de manier waarop het ging, het spel. Heel vaak moet ik horen dat handel drijven bij ons in de genen zit. Inmiddels ben ik erachter dat dit ook zo is. Als ik zie hoe onze kinderen – van wie ik met twee intensief samenwerk – acteren, dan kan ik niet anders dan dit bevestigen. Misschien in ons geval dubbel omdat hun moeder, mijn vrouw Henriette, ook uit een geslacht van generaties zelfstandige ondernemers komt. Met de paplepel is mij ingegoten: ‘liever een dubbeltje handel dan een kwartje werk’, ‘als je nooit verliest dan win je ook nooit’ of ‘ge het pas verdiend als ge het geld gebeurd hebt’.
Sinds 1895 (eind 19e eeuw) zit onze familie in de handel. Eind 1981 ben ik begonnen met de traditie voort te zetten. Inmiddels heb ik het stokje doorgegeven en ben ik ervan overtuigd dat de traditie minstens de komende vijftig jaar wordt voortgezet. Hoe weet ik dat? Ik stop ook nooit met handelen omdat het het mooiste is wat er is.