Hij is franchisenemer van de McDonald’s-vestigingen in Cuijk, Malden en Beuningen. Ondernemer Jan Slebus legt uit: “Het functioneren van McDonald’s is gebaseerd op de ‘three legged chair’: franchisenemer, franchisegever en leverancier. Zonder een van deze drie poten valt het krukje om. Een filiaalleider heeft in de regel minder binding met de regio dan een zelfstandig ondernemer. Daarom ben ik gelukkig met deze constructie. McDonald’s is daarbij ook nog eens de beste franchiseorganisatie ter wereld. En een van de eerste.”
Volgens Jan Slebus schrijft McDonald’s – in tegenstelling tot een fi liaalbedrijf – ook veel meer ‘richting’ uit, in plaats van ‘beleid’. Die richting wordt voor een wezenlijk deel uiteraard bepaald vanuit Chicago, het hoofdkwartier, maar natuurlijk zijn er op landelijk – of zelfs lokaal – niveau nadere invullingen aan te geven. Zo is de McKroket alleen in ons land en in België te krijgen, nergens anders. En zie je in een bepaald land dus soms een typisch eigen product doorkomen in het assortiment. Maar verder gaat de bereidingswijze van de producten volgens vaste procedures. Daarin schuilt immers het succes van de fastfoodketen: de herkenbaarheid is overal op aarde optimaal.
Amper nog witte vlekken
Hoe wordt iemand franchisenemer bij de keten die sinds 1955 bestaat en in 1971 zijn eerste vestiging in Nederland opende? “Ik groeide op in Noord-Nederland”, begint Jan Slebus, “werkte als assistent-accountant en rolde op die manier in een horecabaan bij een klant van ons kantoor. Toen kwam er een vacature voorbij van McDonald’s in Giesbeek. Dat is vijfentwintig jaar geleden. Mijn vrienden vroegen zich af wat ik ging doen… In de zeven jaar dat ik er werkte groeide de eigenaar van vier naar negen McDonald’s-vestigingen. Daarvan nam ik er met een compagnon vijf over: drie in Nijmegen, en verder Beuningen en Malden. In 2007 kocht ik er Cuijk bij, dat in 1998 was gestart. In 2012 gingen we uit elkaar; ik hield de drie laatstgenoemde vestigingen aan.”
Nederland telt zo’n 245 vestigingen en nadat de focus mondiaal lang op groei in het voormalige Oostblok heeft gelegen, groeit in ons land de keten momenteel ook weer een stuk sneller. “Al zijn er in Nederland amper nog witte vlekken. Daar ontstaat soms een tegengesteld belang tussen franchisegever en -nemer: de nieuwe locatie. Wij dragen een deel van onze omzet af aan McDonald’s. We leven dus van wat er onder de streep overblijft.” Voor McDonald’s zélf kan het dus interessant zijn een nieuwe vestiging te openen, niet al te ver van een bestaande. Deze laatste levert hoogstwaarschijnlijk wat omzet in, maar de nieuwkomer compenseert dat met nóg betere cijfers, en zo is McDonald’s per saldo beter af. Voor de individuele franchisenemer ligt dat anders. Uiteraard kan de keten maar tot op zekere hoogte onder zijn eigen duiven schieten. Maar ook daar onderscheidt het bedrijf zich van veel andere franchiseorganisatie, aldus Jan Slebus: “Wij gaan niet rollebollend over de straat. Je zult in de pers over McDonald’s weinig sensatie tegenkomen. Dat is in niemands belang, we komen er samen uit. Dat besef zit in onze cultuur.”
Nog altijd groeikansen
De franchisenemer ziet nog altijd groeikansen, ook nadat broodjesketen Subway de locatie aan de uitvalsweg ontdekte. En zelfs met de voorgenomen komst van concurrent KFC naar Cuijk. “We gaan met z’n allen nog altijd steeds meer buiten de deur eten. En dat hoeft niet per se in de klassieke betekenis van ‘een avondje uit eten’ te zijn. Het aantal eetmomenten neemt toe en McDonald’s groeit daarbij nog steeds harder dan de markt zélf. Landelijk zijn McDrives (Nederland telt er daarvan 165, red.) sinds twee jaar ’s ochtends om zeven uur open. Doordeweeks zijn mijn restaurants open tot één uur ’s nachts en in de weekenden zelfs tot twee uur.”
Elke McDonald’s-vestiging voelt zich verbonden met de directe omgeving. ‘Think global, act local’ is het motto. “Een franchisenemer kijkt anders naar de directe omgeving dan een bedrijfsleider. Als lokale ondernemer heb je daar feeling mee. Dat betekent echter niet dat we ons zomaar overal en nadrukkelijk kunnen laten zien. Want als McDonald’s één voetbalclub sponsort, moet zij ze allemáál sponsoren. Dat kan natuurlijk niet. Onze verbondenheid met de omgeving zit dan ook deels gebakken in onze medewerkers; zij komen hier vandaan. In Cuijk hebben we zo’n tachtig medewerkers op de loonlijst. We hebben Cuijk en omgeving nodig, al is het in de eerste plaats om onze mensen.”
Gemêleerd publiek
Landelijk ontvangt McDonald’s drie miljoen gasten per week. Daarvan komen er 55.000 naar Cuijk. Gemiddeld zo’n 8000 per dag, waarbij de zondag traditioneel de topdag is, met een absolute piek in late middag en vroege avond. “McDonald’s Cuijk trekt het meest gemêleerde publiek van mijn drie restaurants”, zegt Jan Slebus. “Die A73 is daarbij wél erg belangrijk: in twintig jaar tijd is onze omzet verdubbeld. En dat laatste is grotendeels toe te schrijven aan onze gasten die op de weg zitten. Maar ook qua voedingsgebied is de regio belangrijk; wij kunnen niet van ‘de snelweg’ alléén bestaan. Dat kan in Nederland overigens maar één McDonald’s, wist je dat? Dat is de vestiging in Holten…”