Even een filmpje kijken, de mail checken, een tweet versturen en je schoonmoeder liken. Onder werktijd natuurlijk.
Met het betreden van de werkvloer levert de werknemer een deel van de aan hem toekomende (grond)rechten in. Tegenover het salaris staat immers de verplichting werkzaamheden te verrichten onder het gezag van de werkgever. Hierbij dient de werknemer de aanwijzingen van de werkgever op te volgen. Er bestaat binnen de arbeidsverhouding aldus een zekere spanning tussen de rechten van de werknemer en het recht van de werkgever om gezag uit te oefenen. Een voorbeeld waarbij deze spanning tot uiting komt is in geval van internetten op de werkvloer voor privé-doeleinden.
In de lagere rechtspraak wordt door kantonrechters gesproken over een zekere ‘privétisering van de werkplek’, hetgeen zou betekenen dat een bepaalde mate van niet-zakelijk internetgebruik onder werktijd niet zonder meer door de werkgever verboden kan worden. Maar hoe kun je je als werkgever hier dan toch tegen wapenen, bijvoorbeeld ter voorkoming van excessen?
De werkgever die wil optreden tegen een werknemer die stelselmatig gebruik (misbruik) maakt van internet of telefonie voor privé-doeleinden tijdens werktijd doet er verstandig aan om een duidelijk beleid hierover vast te stellen. Dit beleid dient kenbaar te zijn bij de werknemers en door de werkgever consequent te worden gehandhaafd. Indien het beleid wordt overtreden dan is het raadzaam om de bijbehorende waarschuwing schriftelijk bij de werknemer onder de aandacht te brengen. Onder dergelijke omstandigheden oordeelde de kantonrechter te Amsterdam onlangs dat internetten tijdens werktijd voor privé-doeleinden zelfs een grond kan opleveren voor ontslag op staande voet.
Bent u op de hoogte van uw rechten en plichten? Neem vrijblijvend contact op met GH Advocaten.
Mr. M.G. Spijker | Advocaat
GH advocaten
T 0485 56 16 46
E mspijker@ghadvocaten.nl
W www.ghadvocaten.nl