Van Raaij Biologische Witlof
Het grondwerk op een perceel aan de Sint Hubertseweg deed een jaar of vijf geleden vermoeden dat hier – geheel in de toenmalige trend – een megavarkensstal zou verrijzen. Maar nadat de eerste meter uit metselsteen was opgetrokken en plotseling zwarte damwandplaten verschenen, werd het passanten duidelijk: hier voltrekt zich wat anders! En nog altijd weten weinigen dat er in deze hal met name biologisch witlof wordt geteeld. Ramen zijn niet nodig; witlof groeit immers in het donker…
Gert-Jan van Raaij vestigde zich in 2011 in Haps met zijn bedrijf, ooit door zijn grootvader in Nijmegen opgezet. Zo beperkt behuisd als hij was in Nijmegen, zoveel ruimte heeft hij nu achter de hand. Want het opvallend gelijnde gebouw is op de groei gebouwd. En dat is nu al bepaald niet onbenut gebleven. Voor de ‘trek’ van witlof en de verwerking van sperziebonen heeft het Hapse bedrijf in totaal zo’n 5.000 vierkante meter aan bebouwde oppervlakte ter beschikking. Dat is inclusief de opslag van de machines en werktuigen voor de teelt van de sperziebonen, aardappelen, pompoenen en erwten, die Van Raaij óók produceert.
Nichemarkt
“België, Frankrijk en ons land zijn de ‘witloflanden’. Wij eten het veel en hier wordt het dan ook veel geteeld. De naam Brussels lof is daarmee dus ook verklaard”, vertelt Gert-Jan van Raaij, een van de zes biologische witloftelers in Nederland. Qua grootte zit hij in de top en dat maakt hem ook meteen een van de grootste producenten in Europa, want – zoals gezegd – wij zijn een witlofland. “Op de Europese markt hebben we een behoorlijk marktaandeel. Wekelijks gaan er hier vele tonnen witlof de deur uit. Veel gaat naar het Westland, en van daaruit via de weg Europa in.”
In 1999 (vijf jaar nadat Gert-Jan van Raaij in de zaak kwam) werd overgeschakeld op biologische teelt. Bij het witlof gebeurde dat overigens pas in 2004. De keuze lag niettemin voor de hand. “De markt vroeg ernaar en wij waren een klein bedrijf, zonder ruimte voor groei. Dan past biologische – want meer kleinschalige – teelt gewoon beter. Uiteindelijk zijn we natuurlijk tóch gegroeid. Inmiddels leveren we aan twaalf landen in Europa. Supermarkten worden steeds belangrijker als afzetmarkt; daar leveren we het grootste deel van de productie aan.”
Van Raaij heeft rechtstreeks contact met de afnemer. “We doen niets via de veiling. Ik weet waar mijn producten in de keten blijven. Dat vind ik prettig. Wij zitten in een vraagmarkt; de reguliere markt gaat meer uit van aanbod. Het biologische witlof is een nichemarkt, maar dat vinden wij prima. Op die manier heb ik risicospreiding; heel anders dan in een bulkmarkt.”
Een schoon product
“Witlof groeit in drie weken. De wortels worden ingekocht en komen uit de Noordoostpolder, waar ze worden geoogst nadat het eerste loof eraf is gemaaid. Deze wortels worden in vriescellen opgeslagen, waaruit ze tot een jaar later kunnen gebruikt. In het donker, met enkel water als voedsel, groeit het witte loof uit de wortel omhoog. Wit, omdat er geen licht bijkomt, een beetje zoals de aardappel die in de kelder uitgelopen is…
“Dit product laat zich relatief makkelijk biologisch telen, juist doordat er alleen water nodig is. Wij gebruiken grondwater, dat boven in de trekbakken loopt, waarna de zwaartekracht het vanzelf tot aan de onderste bakken brengt. Het grote voordeel is dat we niet afhankelijk zijn van het weer of de seizoenen, want alles gebeurt binnen. We leveren in feite een schoon product. Ook is het makkelijker om ziektes buiten de deur te houden. Aan het grondwater voegen we niets toe. Geen voedingsstoffen, bestrijdingsmiddelen –niets. Elke drie weken worden de cellen geleegd en opnieuw ingeruimd en op dat moment maken we schoon.”
Grondwater
“Een argument om voor Haps te kiezen is het grondwater. Het grondwater dat we gebruiken is hier van geweldige kwaliteit. In de regel heeft deze regio veel last van roest, maar zelfs dat hebben we niet hier. Daarnaast wilde ik met mijn bedrijf dicht aan de snelweg zitten, en minimaal aan een doorgaande, 80-kilometerweg. Er zijn hier veel vrachtbewegingen en ik wilde op voorhand voorkomen dat dat voor overlast zou zorgen.”
De verwerking van witlof is arbeidsintensief. Afhankelijk van de manier van verpakken hebben de twaalf medewerkers één stronkje een keer of vijf in de hand. Wat dat betreft wijkt het bedrijf niet af van andere telers, maar bijzonder is wel dat bij Van Raaij het bedrijfslawaai tot een minimum beperkt is: heftrucks zijn zo goed als verbannen en de robots zijn geluidloos.
Sexy
Over de toekomst: “Een jaar of twintig, dertig geleden was witlof behoorlijk exclusief. Dat is er inmiddels wel af, omdat we het jaar rond kunnen telen. Heel algemeen is witlof nu echter ook weer niet, want de laatste jaren zijn best wat telers afgevallen. Het redelijk beperkte aanbod zorgt in dat opzicht nog steeds voor een beetje exclusiviteit. Echt sexy zal witlof overigens wel nooit worden, nee. Maar het is gezond -je hebt gezien dat het enkel op water groeit. Consumenten houden van zo’n eerlijk product.”