het duurzame ontwerp van het Land van Cuijkse gemeentehuis
Van der Horst aannemers heeft ‘vindingrijk bouwen’ tot handelsmerk gemaakt. De Millse bouwer weet zich als geen ander te verplaatsten in de opdrachtgever en onderscheidt zich daarmee ook in complexe situaties. Van der Horst mag een mooie traditie gaan hooghouden: bouwen aan het nieuwe gemeentehuis voor het Land van Cuijk. In de huidige tijd, waar duurzaamheid en circulariteit hoog op de agenda staan, is dit project een lichtend voorbeeld van hoe hergebruik van materialen en producten een essentiële rol kan spelen in de bouwsector.
Drie generaties Van der Horst bouwden drie maal aan de Cuijkse secretarie: in 1956, 1979 en 2004. Ook de gemeentehuizen in Wanroij (1966) en Mill (1969) werden door de aannemer gebouwd. In 2011 werd het toenmalige gemeentehuis in Mill uitgebouwd met Cultureel Centrum Myllesweerd. Het jongste project, het gemeentehuis van het Land van Cuijk, in Boxmeer, kent een doordacht ontwerp en een innovatieve aanpak. Het demonstreert de mogelijkheden van circulair bouwen op zowel binnen- als buitenniveau.
In samenwerking met sloopaannemer Laarakkers is het gemeentehuis niet alleen een plek van bestuurlijke beslissingen, maar ook een symbool van duurzaamheid geworden. Wiljan Laarakkers, directeur van de Sambeekse onderneming: “Het toekomstbestendig en duurzaam concept voor het nieuwe gemeentehuis sluit prima aan bij onze duurzaamheidstrategie. Wij zetten graag de grootst mogelijke stappen, want we zijn blij met de aandacht voor circulariteit.”
De plafondplaten, die eerder een essentiële rol speelden in het oude ontwerp van het gemeentehuis, vinden een nieuw leven als plafond in het gerenoveerde gebouw. Maar daar blijft het niet bij. Extern worden deze platen op maat gemaakt opdat deze elders in projecten wederom als plafondplaat worden ingezet. Zo komt het ene project ten goede aan het andere.
De aluminium binnenkozijnen van het oude gemeentehuis blijven niet beperkt tot het huidige project. Intern worden ze na een grondige opknapbeurt hergebruikt,
maar ook extern opgeslagen kozijnen wachten op een tweede leven. Door de bestaande uitvoering van de kozijnen in te meten en op tekening te verwerken kunnen deze elementen in nieuwe projecten direct in het ontwerp worden opgenomen. Deze doordachte aanpak verlengt de levensduur van de materialen en minimaliseert de afvalstroom.
De akoestische panelen, ooit essentieel voor een prettige werkomgeving, worden extern hergebruikt om elders dezelfde functionaliteit te bieden. Door externe hergebruiksmogelijkheden te verkennen, dringt het project de afvalproductie terug en bewijzen deze panelen dat duurzaamheid niet alleen goed is voor het milieu, maar ook bijdraagt aan het welzijn van de gebruikers.
Het hergebruik van het houten lattenplafond als wandafwerking binnen het project illustreert de flexibiliteit van materialen. De vouwbare paneelwanden worden zowel intern hergebruikt als extern opgeslagen voor toekomstig gebruik. Deze aanpak maximaliseert de levensduur van de wanden en minimaliseert de verspilling.
De spoelkeuken ondergaat een transformatie, waarbij het ontwerp is aangepast om hergebruikte producten opnieuw toe te passen. Zelfs de tourniquet (draaideur), een essentieel onderdeel van het oude ontwerp, wordt met zorg en precisie hergebruikt binnen het project, waardoor het verleden naadloos aansluit op de toekomst.
Binnendeuren en houten binnenkozijnen worden zorgvuldig op maat gemaakt om hergebruik mogelijk te maken. Deze aanpak benadrukt niet alleen de veelzijdigheid van circulaire praktijken, maar ook de flexibiliteit ervan in verschillende contexten.
De gevelstenen worden zorgvuldig van de gevel gehaald, grondig gereinigd en vervolgens opnieuw ingezet als gevelstenen in het gerenoveerde gebouw. Deze aanpak minimaliseert niet alleen afval, maar draagt ook bij aan het behoud van de esthetische integriteit van het gebouw. Bovendien krijgt isolatiemateriaal een tweede kans, waarbij het wordt gebruikt in zowel de renovatie als nieuwbouw van het project, waarmee de duurzame cyclus wordt gesloten.
Daarnaast maakt het project gebruik van het ‘Rockcycle’ concept, een initiatief van Rockwool, dat zich richt op het recyclen van steenwol isolatiemateriaal. Het proces omvat het inzamelen van gebruikte steenwolproducten, zoals isolatiepanelen, en het verwerken ervan tot hoogwaardige grondstoffen die opnieuw kunnen worden gebruikt voor de productie van nieuwe isolatiematerialen. Hierdoor wordt de duurzaamheid van isolatie verbeterd, worden grondstoffen efficiënter gebruikt en wordt de milieu- impact verminderd door het minimaliseren van afval en het bevorderen van een circulaire economie in de bouwsector. Dit leidt tot reductie van CO2 en energieverbruik.
De pantry’s die uit het gebouw komen, worden niet vergeten. Ze worden opgeslagen voor toekomstige projecten, waarmee een efficiënte circulaire aanpak wordt benadrukt.
De samenwerking tussen Van der Horst aannemers en Laarakkers benadrukt de cruciale rol van partnerschappen in het bevorderen van circulaire bouwpraktijken. Het gemeentehuis van het Land van Cuijk is niet alleen een plek waar beslissingen worden genomen, maar ook waar de beslissing om duurzaamheid te omarmen tastbaar wordt in hergebruikte materialen en een voorbeeldige benadering van circulariteit. Dit project inspireert en bewijst dat een circulaire toekomst binnen handbereik is, als we de mogelijkheden van hergebruik omarmen en integreren in onze bouw- en ontwerptrajecten.
Bart Koenen, projectleider bij Van der Horst aannemers (l.) en Wiljan Laarakkers, directeur sloopaannemer Laarakkers.