Het ondernemerschap heeft hem geen windeieren gelegd, maar hij wil van euro’s niks weten en gruwelt van bladen als Quote. Anton Kristen uit Boxmeer is vooral een ondernemer die geniet van wat ooit een ambacht was: kaarsen maken. ‘Zijn’ Bolsius is er goed in. Het bedrijf is de grootste kaarsenfabrikant van Europa. Hoe anders zag dat eruit aan het eind van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Bolsius Schijndel was hopeloos in de problemen gekomen door de destijds moordende concurrentie uit het Oostblok. Anton Kristen nam het zieltogende bedrijf over in 1978. Dit jaar veertig jaar geleden.
In 1870 richt Antonius Bolsius een wasblekerij op aan de Kerkendijk in Schijndel. Rond 1920 begint men er ook kerkkaarsen te maken en nog in hetzelfde decennium heeft Bolsius er een klinkende naam mee opgebouwd. Na de luchtlandingen in 1944 ligt Schijndel zes weken in de frontlinie en er wordt veel verwoest. Bolsius is na de bevrijding het eerste bedrijf dat weer op gang komt. In 1950 wordt gestart met het produceren van gotische kaarsen, huishoudkaarsen en stoepkaarsen.
Het geperste theelicht ziet in 1959 het levenslicht dankzij een uitvinding van Lambertus Bolsius. De vervaardiging van speciale kaarsen voor het bruiloft sdiner van Prinses Beatrix is een hoogtepunt in de geschiedenis tot dan. Toch moet het bedrijf tien jaar later de noodklok luiden. De familie Bolsius moet op zoek naar een overnamekandidaat. Familiebedrijven kenmerken de branche en het is daar waar Anton Kristen in beeld komt.
Een ontevreden pastoor…
De kaarsenmakerstraditie gaat binnen zijn familie terug tot 1862, als G.J. Kristen, koster van de katholieke parochie in het Twentse Deurningen en de grootvader van Anton Kristen, in Roosendaal een cursus kaarsen maken gaat volgen. Zijn pastoor is niet tevreden met de kaarsen die uit Zwolle moeten komen. G.J. Kristen gaat met zijn zoons Johan en Anton verder met het produceren van kaarsen in Deurningen naast de boerderij.
In 1963 maakt Johan Kristen, derde generatie, zich van het familiebedrijf los en vestigt zich in Boxmeer, waar hij de kerkwad-kaarsenfabriek St. Joseph overneemt van de familie Linders-Kokke. “Dat bedrijf had toen een jaaromzet van twintig mille. Ik kocht vijfduizend vierkante meter grond, voor zeven gulden per meter… Ik begon met één knecht. Ons gezin kwam een jaar later in Boxmeer wonen. Met vier kinderen, op een fl at met twee slaapkamers. Het waren de eerste huizen die beschikbaar kwamen na de strenge winter van ‘62/’63. Dat was óók pionieren hoor!”
Het gebouw ligt nog altijd midden in het bedrijf aan de Exportstraat, alleen het dak is vernieuwd. “In de eerste jaren maakten we vooral dompelkaarsen. Maar ik was constant bezig met hoe ik de markt kon veroveren. Het idee om van vloeibare godslampolie een product te maken van vaste godslampolie, was een belangrijke stap vooruit. Zo gingen we ook andere potjes afvullen. In 1970 hadden we twee productiehallen, elk van zo’n 375 vierkante meter. We werden een nv en nog eens twee jaar later een bv. Tegen die tijd werd het ambacht een productieproces. De prijs van de kaars daalde, de vraag werd groter.”
Periode van overnames
Met de overname van Bolsius Kaarsen in Schijndel, in 1978, smelten twee familiebedrijven samen en begint een periode van aankoop van een groot aantal bedrijven in binnen- en buitenland. “Met Bolsius waren we er na een paar maanden onderhandelen al uit. Toen werkten er bij ons in Boxmeer zo’n 35 mensen. Veel getrouwde vrouwen, die een aantal uren per dag werkten. Of zelfs thuis aan de keukentafel.” Met personeelsvereniging ’t Pitje worden de eerste uitstapjes gemaakt. Langlaufen in Luxemburg. Anton Kristen gaat voorop en haalt waar nodig medewerkers uit de sloot…
Onder het beleid van de Boxmerenaar wordt op grote schaal geïnvesteerd in onder meer volautomatische kaarsentrekstraten. Mede hierdoor verdrievoudigt de omzet. Ook het introduceren van kaarsen in modieuze en geschenkverpakkingen in combinatie met aan kaarsen verwante producten blijkt een gat in de markt. “In 1983 namen we Stearine Kaarsenfabriek Gouda BV over, werd Bolsius GmbH opgericht en kwamen er plannen voor een nieuw magazijn en kantoor.” De enorme werkloosheid in die jaren gaat intussen volledig aan de Boxmeerse kaarsenproducent voorbij. “In die tijd werkten we op kantoor nog met typemachine en telex”, herinnert de oud-directeur zich. “Later kwam de eerste computer, een Nixdorf. Dat was wat!”
‘Een man van samenwerken’
In 1988 bestaat Kaarsenfabriek Boxmeer een kwart eeuw. “Er werkten toen zeventig mensen. Ik heb altijd gezegd dat we elkaar nodig hebben om succesvol te kunnen zijn. Ik kan al die kaarsen toch niet zelf gaan staan maken?”, klinkt het lachend. “Hoe ik mezelf zag als ondernemer? Wel, ik ben een man van samenwerken.” Een jaar later ontstaat de Bolsius Holding BV, waaronder ook de Boxmeerse kaarsenfabriek valt. “Het grote publiek kende die naam immers het beste. Vanaf toen is de samenwerking met de andere Bolsius-bedrijven op gang gekomen. In dat jaar is ook onze zoon Vincent in dienst gekomen. Hij heeft in Polen een compleet nieuwe productiefabriek opgezet waar nu inmiddels 900 mensen werken.”
De productie van kerkkaarsen blijft gewaarborgd door de inlijving van de firma Hoogeland en Zn. in Roermond. En wat koopt Bolsius in 1991 van Koninklijke Verkade? Geen biscuits, geen chocolade, maar waxinelichtjes! Verkade begon in 1898 met het produceren van waxine thee- en nachtlichtjes, gemaakt van paraffinewas, in een fabriekje in Amsterdam. Waxine werd zo populair dat het van merknaam een soortnaam is geworden.
De jaren negentig: de grootste
Met de overname van een Deense en twee Duitse kaarsenfabrieken wordt de Bolsius-Groep de grootste kaarsenproducent van Europa. In 1997 verrijst een productielocatie in Polen. Om verkoop en logistiek overzichtelijk te houden, wordt het aantal productielocaties teruggebracht naar drie. Verder start Bolsius in 1998 met het opslaan van verwarmde grondstoffen in Moerdijk. Zo kan men in eigen beheer kwaliteit wereldwijd inkopen en waarborgen. Met die vestiging aan diep water is Bolsius uniek. “Een opslagcapaciteit van 1200 tankwagens. Moet je je voorstellen: bumper aan bumper achttien kilometer file!” In 2013 volgt nog de overname van Eika Kerzen in Duitsland. Tegen die tijd zijn er de volgende productielocaties: Bolsius Boxmeer BV (120 medewerkers, 25 uitzendkrachten), Bolsius Hoogeland Roermond (productie kerkkaarsen), Bolsius Polen (900 medewerkers) en Moerdijk (opslagterminal). Het hoofdkantoor zetelt nog altijd in Schijndel, waar zoon Vincent werkzaam is als algemeen directeur.
Een lintje en een Bok…
En Anton Kristen? Hij krijgt in 2013 de Boxmeerse Bok uitgereikt, bij de viering van het vijftigjarig jubileum van het bedrijf in Boxmeer. Door zijn ondernemerschap leverde hij, volgens de gemeente, een belangrijke bijdrage aan de economie en werkgelegenheid in Boxmeer. Nog meer onder de indruk is Anton Kristen van het lintje dat hij eerder kreeg. “Veel mensen hebben dankzij ons een boterham verdiend. En daarbij is Bolsius zélf altijd een ‘zuinig’ bedrijf geweest. In mijn begintijd ging elke cent terug het bedrijf in. In wezen is daar niets aan veranderd.”
Met een benijdenswaardige energie leidt de 88-jarige ons intussen rond door de Boxmeerse productielocatie. Opvallend is de hoge mate van automatisering. Een enkele operator waakt over het proces. Maar wat het méést opvalt tijdens de privé-tour is de bevlogenheid van Anton Kristen: Bolsius is nog steeds ‘zijn’ fabriek.
Sinds 1870 is Bolsius uitgegroeid tot de grootste kaarsenproducent van Europa. Het is het bedrijf achter de merken Bolsius en Gouda. Vanuit het hoofdkantoor in Schijndel en verschillende Europese vestigingen brengt Bolsius inmiddels licht in miljoenen huishoudens wereldwijd. Men is actief in vijftig landen en marktleider. Er werken ruim 1100 medewerkers. De jaaromzet bedraagt zo’n 170 miljoen euro.