“Ik ben een bevoorrecht ondernemer, die samen met anderen geweldige dingen heeft kunnen doen. Met zoveel plezier, dat je het niet eens werken kunt noemen. Het was één groot jongensboek, één avontuur. Maar het mooiste compliment: alles wat ik ooit geopend heb, functioneert nog steeds, al staat er intussen misschien een andere naam op. Er wordt nog steeds mee verdiend. Daar ben ik trots op, want niet de slimste wint, maar de ondernemer die zich het beste aanpast.”
Maarten van Kempen (63) startte in 1984 een ongekend avontuur, aan de Hoogstraat in Mill. Hij wist een onuitwisbare naam in de landelijke vitaliteitsbranche op te bouwen, wat vier decennia geleden niemand had kunnen voorspellen. “Begin jaren tachtig zat ik in het militaire vijfkampteam bij het Korps Mariniers”, blikt hij terug. “Op Curaçao gestationeerd, zag ik voor het eerst op één plek een mix van een krachthonk, fitness en gevechtssporten. Dat fascineerde me. Tijdens mijn diensttijd heb ik de nodige cursussen gevolgd om zoiets later voor mezelf op te kunnen starten. Let wel: ‘fitness’ was toen nog een schimmige wereld, van accutillen en fietsvouwen…”
Fitland verhuisde al snel naar de molen, bij het ouderlijk huis, een paar straten verderop. Daarna werd het voormalige mavo-schoolgebouw aan de Hoogveldseweg gekocht. Geleidelijk kwamen er meer vestigingen, omwille van de risicospreiding. “Ik ging in de VS en Engeland kijken, en zag dat fitnesscentra er in ketens georganiseerd waren. Als die naar het Europese vasteland zouden komen – en dat was een kwestie van tijd – zou ik het moeilijk krijgen. Dus startte ik met een combinatie van sport, wellness, hotels met een publieke component. In Mill was dat ViaSana, in Sittard het CIOS met 1400 leerlingen, in Helmond was er een dubbele topsportlocatie, in Kerkrade en ’s-Hertogenbosch een trainingslocatie voor de politie. Door deze synergie in mijn concept draaide ik eerder break-even dan mijn concurrenten.”
Die groeistrategie past bij Maarten van Kempens manier van ondernemen, stelt hij zelf vast. “Je hebt ondernemers die bij A blijven, en daar is niets mis mee, maar ik ging naar B, bijvoorbeeld met verbreding door fysio en bedrijfssport. Daar vandaan zag ik dat er wachtlijsten waren in de orthopedie. En zo zag ik ook C: het sneller aan kunnen bieden van zorg. En wat denk je: vaak is C nog lucratief ook.”
Rond 2012 was het imperium op z’n grootst: acht hotels, zes wellnesslocaties en 38 sportcentra. Draaiend gehouden door 2100 medewerkers. “Dat wilde ik verdubbelen en dat is uiteindelijk in het boek ‘Niet gelukt’ terecht gekomen. Niet erg, zulke dingen gebeuren, en ik troost me in de wetenschap dat de bundel ‘Gelukt’ beslist dikker is. Maar de adviseurs van de twee aandeelhouders die ik als investeerders had aangetrokken, wilden een andere groeistrategie volgen.”
“Tot dat moment groeide Fitland ieder jaar met minimaal een paar vestigingen. Dat paste bij het bedrijf en iedereen zat ook in die modus. Maar om zo naar honderd centra te groeien, zou te lang duren. Dat aantal wilde ik bereiken, omdat we alleen dan bijvoorbeeld landelijk konden gaan adverteren. De hotels draaiden al prima, de sportcentra leverden echter nog steeds niet heel veel op. Die hotels moesten volgens mijn aandeelhouders het tafelzilver worden, zij wilden daar juist vanaf.”
Daar waar de hotelmarkt geen slagveld was, was dat van de sportcentra het wél. “We móesten wel groeien, en als CEO kon ik geen handtekening onder dit bescheiden groeibeleid zetten. Ik stond er niet langer achter en rond 2017 ben ik teruggetreden. Toen in 2018 hun visie evenmin bleek te werken, hebben we de onderneming succesvol verkocht aan Fletcher en Basic-Fit.”
“Van 2016 tot 2018 was het survivallen voor mij. Ik wilde Fitland goed achter laten en dat is gelukt. Ik heb zelf flink moeten afschrijven, kon niet cashen op een manier waarop ik gedacht had. Maar dat gaf niet, ik wilde gewoon weer lekker ondernemen. In juli 2019 ben ik doorgestart met negen sportcentra. Nu zijn er nog zeven sportcentra, twee wellnessresorts en twee nieuwe hotels, waarvan Roosendaal een combi is van een wellness en een hotel met 127 kamers. Aan de as Rotterdam-Antwerpen, een toplocatie, geopend in februari vorig jaar.” Bij het sportcentrum en wellnessresort in Goes verrees in juni 2024 Waterstate met 89 kamers.
“Juli 2019 was fantastisch, we waren weer terug op het niveau dat we terugkijkend het leukste vonden. De moederlocatie in Mill en geen bank aan boord. Met veertien bedrijven en zo’n 300 medewerkers, heerlijk! Daar hebben we champagne op gedronken. En toen werd het maart 2020 en ging het land op slot… We verloren 3500 abonnementen, goed voor anderhalf, twee miljoen euro omzet. Dan moet je écht ondernemen. Ik wist het hotel in Veghel te verhuren voor een jaar aan een uitzendorganisatie, met verkoop na twee jaar aan een Belgische partij die er zorgappartementen van gemaakt heeft. Dat waren twee reddingsvesten: huurinkomsten én een zekere exit na twee jaar. Maar dat het twee jaar corona zou blijven, had niemand voorspeld… In de tweede lockdown sloot ik ook nog een deal voor overname van het Udense hotel. Dat was mijn derde reddingsvest.”
Inmiddels gaat Maarten van Kempen geen grote risicodragende projecten meer aan. Deze hebben vaak een doorlooptijd van minimaal zeven, acht jaar, van idee tot realisatie. Wel wordt nog het sportcentrum in Velp uitgebreid, net als de wellness in Goes. “Zulke dingen komen dus niet meer in mijn agenda voor, zoals ik dat enkele decennia lang wél heb gedaan.
Wat is er mooier dan dit hoofdstuk af te sluiten met de twee parels, Hotel Otium Roosendaal en Waterstate Goes? Ik heb nu dus voor de eerste keer tijd om me te bemoeien met de exploitatie, om daar het maximale uit te halen. Bovendien kan ik dit werk in drie, vier dagen makkelijk aansturen. Vergelijk: voorheen reed ik nooit van A naar B, ik belde van A naar B. Nu is op driekwart van de rit mijn bellijst leeg; dat had ik nog nooit eerder meegemaakt…”
“Hoogtepunten? De wellnessboot was het leukste avontuur. Een marketingmachine die zichzelf verkoopt. Iedereen maakt een foto en dat gaat allemaal social media op. Ik mag wel zeggen dat dit project én de toenmalige uitbreiding van Fitland mij in 1999 de Ondernemersprijs Land van Cuijk & Noord-Limburg hebben bezorgd. Een ander hoogtepunt was de realisatie van ViaSana. Nooit heb ik zó tegen de stroom in moeten roeien. Zonder Klaas, Jos en onze toenmalige directeur Johan was het nooit het succes geworden wat het nu is. Kunnen samenwerken is een belangrijke eigenschap voor een ondernemer.”
Sinds drie jaar loopt het project Entreo. Het is een platform waarin meer dan 10.000 vitaliteitsaanbieders worden verknoopt met werkgevers en werknemers. Het portal helpt werkgevers om een gezonde, gemotiveerde en productieve werkomgeving te creëren. “We weten dat vijftien procent al sport of fitnest, maar we willen ook die andere 85 procent vitaler krijgen. Entreo is de entree voor het binden, behouden en begeleiden van het belangrijkste kapitaal van ondernemers: de medewerkers. Meer dan 10.000 vitaliteitsaanbieders en onze AI-gestuurde versie staan klaar. In Entreo komt alles bij elkaar wat ik ooit in de fysieke wereld heb ondernomen. Met wat we nu hebben staan, wil ik nog graag een jaar of tien door…”