www.restaurantbrienenaandemaas.nl
Brienen aan de Maas mijmert over de toekomst
Een ferme septemberzon, voorbode van een heerlijke Indian Summer, strooit haar licht over de Maas, die schittert in duizend tinten goud en grijs. Terwijl we uitkijken over het schouwspel zegt René Brienen: “Tja, het is hier zó godvernakend mooi.” We zijn in restaurant Brienen aan de Maas. Als er niet zo heerlijk gekookt zou worden, zou je het alleen al om zijn ongeëvenaarde ligging bij iedereen aanbevelen. Hier worden de zintuigen op meerdere manieren geprikkeld. De meesterkok mijmert intussen over een nieuwe toekomst…
Dat René Brienen zijn sporen als meesterkok heeft verdiend, is een understatement. Net zoals hij daarbij een jongen van de streek is gebleven. Doet graag inspiratie op in zuidelijker oorden, maar komt altijd weer naar huis. Bijna was de SVH meesterkok (‘Sint Tunnis, bouwjaar 1963’) een ander soort restaurateur geworden, van oude gebouwen namelijk. Maar hij koos gelukkig voor de keuken. De kneepjes van het vak werden hem bijgebracht op het met een Michelinster bekroonde Château Neercanne in Maastricht.
Drie keer een ster
René Brienen, begonnen als keukenhulpje in het oude Maasziekenhuis, tankte er genoeg vertrouwen om in 1990 zijn eigen restaurant, Onder de Boompjes in Overloon, te starten. Daarna volgde het nieuwe Onder de Boompjes in Kasteeltje Hattem in Roermond. Sinds 2005 is hij de patron cuisinier van Brienen aan de Maas, een uitspanning aan de rivier in Well, waar hij al eerder z’n zinnen op had gezet…
Een bevestiging van zijn absolute vakmanschap: hij wist met elk van zijn drie eigen restaurants een Michelinster te behalen. Die van Brienen aan de Maas straalt er sinds 2007. Dat het in 2009 tot beste aspergerestaurant in de Benelux werd verkozen, kan nauwelijks toeval zijn. De uitverkiezing leverde veel aandacht op, dus is René Brienen op z’n tijd ook als ‘ambassadeur’ onderweg. Streekproducten promoten, zoals het Limburgs Livar-varken, de blauwbessen en natuurlijk de asperges.
‘Culinaire Efteling’
Het gesprek kent een verrassende opening. “Ik had me altijd voorgenomen tot mijn vijftigste heel veel plezier in dit vak te hebben. Dan zouden we wel verder zien. Het plezier is er nog altijd, maar nu zijn we dus al bijna tien jaar verder en mijn echtgenote (maître-sommelier Marja, red.) heeft wat gezondheidsklachten. Dat kan mij ook zomaar treffen. Zelf sta ik sinds mijn veertiende in de keuken, waarvan vele jaren in een sterrenkeuken. Ik vraag me af of het niet tijd wordt een ‘culinaire Efteling’ te beginnen… Wat dat is? Dat is een wijsheid van de toenmalige directeur van Château Neercanne, waarvoor ik in 1986 heb mogen meehelpen een ster terug te koken. Hij wilde er toen al een ‘culinaire Efteling’ van maken. Zo van: hier mag voortaan alles.”
“We hebben dat hier in Well eigenlijk al gedaan in coronatijd, door nood ingegeven”, bekent de meesterkok. “En het wás me toch leuk! Moet je niet op het hoogtepunt zeggen ‘en nu het roer om’ en ‘we gaan een keer echt aan iets nieuws beginnen’? Dat maakt het mogelijk makkelijker om het restaurant door te stoten naar de nieuwe tijd en een jeugdigere opvolger. En dat betekent niet dat ik de ster aan de wilgen hang hoor…”
Waanzinnig mooi
René Brienen kijkt daarbij met een zakelijke blik om zich heen: “Het wordt waanzinnig mooi hier aan de Maas, met een bijzonder fraaie waterkering, in het kader van Ruimte voor de Rivier en de Maaswerken. Er komt een glaswand van een meter tachtig hoog. Er kan hier een tweede terras bij. We wonen hierboven; daar zou je een private dining kunnen maken, of een skybar-achtig iets. Het is het mooiste punt van Noord- Limburg. Ja, dat terras hierboven… we hebben zelf nog nooit tijd gehad om daar te gaan zitten…”
“Er gaan wat luikjes open die altijd dicht gebleven zijn. Denk aan een compagnonschap. Of een investeerder die nog wat extra potentieel in het pand ziet. Dit restaurant is toch ons pensioen natuurlijk. Ik moet opletten dat ik dat niet, mede door wat door corona is gebeurd, laat wegglippen. Economisch is het nooit saai aan de Maas, om het zo maar te zeggen”, waarmee René Brienen de malaise in de horeca met zuidelijke humor benadert. En allerminst probeert weg te lachen, want dat de zaken gaan zoals ze gaan, weet hij, met eveneens Brabantse nuchterheid, natuurlijk ook wel.
Overdragen: net zo logisch als starten
“Ik ben er sinds een half jaar over aan het mijmeren. Want je tent overdragen is tenslotte net zo logisch als starten, toch? Met heel gewaardeerde collega’s (René Brienen is sinds 1999 lid van Les Patrons Cuisiniers, een ‘familie’ van Nederlandse topchefs met één passie: perfectie, red.) spar ik daar wel eens over. Ik ben intussen een van de oudsten. We gaan als vrienden op een culinaire bedevaart en leren dan ook als mens dingen van elkaar. Die verbroedering is goud.”
En dan komt die ‘culinaire Efteling’ ook weer voorbij? “Ja, want het staat of valt met beleving. De mensen zitten eigenlijk nog het liefst bij je in de keuken. En verder moet het gewoon smerig lekker zijn. Of je nu kaviaar serveert of een frietje bakt.”
René en Marja Brienen, culinaire geweldenaars tegen het decor van Moeder Maas.