Opa Van Sambeek startte in 1936 vanuit de kelder onder zijn woning in Rijkevoort een trappenmakerij, al bleef de omvang daarvan bescheiden. Hij had samen met zijn vrouw ook een café en winkeltje. Aan het begin van de jaren zeventig bouwde zoon Koos het bedrijf uit. “Van een handjevol trappen ging het al gauw naar zo’n honderd trappen per maand”, aldus kleindochter Brigitte. Samen met haar jongere broers Johnny en Freddy nam zij in 2008, als derde generatie, het roer over. Vijf jaar eerder was besloten het bedrijfspand nabij het woonhuis, in het dorp, te verlaten en te verhuizen naar het bedrijventerrein, waar een nieuwe fabriek met kantoor en showroom werd gebouwd.
Omhoog geschoten
Waar Johnny en Freddy al werkten in het bedrijf, was het voor Brigitte nieuw terrein. Ze deed al wel wat administratieve taken, maar werd in korte tijd klaargestoomd voor nog breder werk. “In twee weken leerde ik offertes maken. Het was spannend, want de wereldwijde economische crisis diende zich aan. Die zijn we goed doorgekomen. Ons werkgebied beslaat de zuidelijke helft van Nederland, waar we landelijk werkende bouwbedrijven, kleinere aannemers en klusbedrijven, maar ook particulieren bedienen. Alle trappen worden op locatie gemonteerd.”
“Onze productie is sterk geautomatiseerd”, vervolgt Freddy, verantwoordelijk voor de acquisitie en het aansturen van het assemblageteam: “We ontwerpen digitaal en er zijn CNC-gestuurde machines. Met vijftien medewerkers, inclusief wij drieën, is de productie daardoor opnieuw nog verder omhoog geschoten: tot 2500 trappen per jaar.” En het staat nooit stil: alleen al door het Bouwbesluit verandert de maatvoering om de zoveel tijd. Er komen dus veel randzaken bij: Brigitte heeft inmiddels twee collega’s op kantoor. Een derde is op komst.
Minder milieubelastend
Broer Johnny stuurt de productie aan: “Een trap in een woning of bedrijfspand. Een vaste trap naar de zolder. Enkelstuks of seriematig, van klassiek tot modern; alles maken we. Ook hekwerken en leuningen, en in uiteenlopende houtsoorten. We werken veel met FSC-gecertificeerd hout: voor elke boom die gekapt wordt, wordt een nieuwe geplant. Hout is bovendien minder milieubelastend dan glas of staal. Aan het resthout wordt waarde gegeven door het mee te geven aan een bedrijf, dat het bijvoorbeeld gebruikt om energie op te wekken om onder andere woonwijken te voorzien van warmte en stroom.”
Wordt er thuis over zaken gepraat?
Brigitte: “Ons pa heeft ons altijd het advies meegegeven om buiten werktijden zo min mogelijk over zaken te praten. Het delen van een leuke anekdote is uiteraard een uitzondering hierop. Wij begrijpen inmiddels steeds beter dat hij daarin gelijk heeft. We willen privé en werk zoveel mogelijk gescheiden houden.”
Stimuleerden jullie ouders destijds om voor het bedrijf te kiezen?
Johnny: “Mijn broer en zussen liepen natuurlijk altijd al de werkplaats binnen, omdat die achter ons woonhuis was. En ook je vakantiewerk deed je hier. Dus besmet word je tóch. Freddy en ik gingen na onze opleiding bijna automatisch ook hier werken. Onze zus Anke is bij een bouwbedrijf gaan werken.”
Hebben jullie het makkelijker dan vader destijds? Of juist moeilijker?
Freddy: “Ik weet niet of je over moeilijker of makkelijker kunt praten. Er is veel veranderd. Pa leidde het bedrijf in z’n eentje, wij met z’n drieën. Wij hebben dus meer mogelijkheden tot overleg, maar hebben ook de uitdaging om meerdere meningen met elkaar te combineren. Daarnaast zijn er voor bedrijven in de loop der tijd ontzettend veel randzaken bij gekomen, die je jammer genoeg nogal eens afleiden van de core business.”
Wat zien jullie van je vader terug in jezelf?
Brigitte: “We hebben alle drie trekjes van hem. En ook van moeder. ‘Wat je zelf kunt doen, moet je altijd zelf doen’, was een credo van hem. Niet zomaar uitbesteden. Daarin zijn wij genuanceerder geworden. Je bent anders letterlijk tot elf uur ’s avonds aan het werk. Maar dat onafhankelijk willen zijn, herkennen we beslist.”
Zijn er wel eens conflicten of spanningen?
Johnny: “De directie van ons familiebedrijf bestaat uit drie verschillende persoonlijkheden met ieder hun eigen aandachtsgebied. Bij bepaalde onderwerpen heb je dus al gauw te maken met drie verschillende meningen, gebaseerd op drie verschillende zienswijzen. Dit kan het maken van beleid wel eens uitdagend maken. Verschil in visie is uiteraard ook een goede basis om tot beweging in een bedrijf te komen.”
Stelling: mijn bedrijf is mijn leven.
Freddy: “Ons familiebedrijf is zeker een groot deel van ons leven, maar balans tussen werk en privé is zeker net zo belangrijk.”