“Het is ongelofelijk”, zei een vriend van me laatst, “ik vraag om een beschrijving van mijn industrie inclusief trends, uitdagingen en kansen met bronvermeldingen. En er komt een heel goede analyse uit. Zo worden we als mensen straks nog overbodig.” “Zo’n vaart zal het niet lopen”, zeg ik, ”maar ons werk en leven wordt er op termijn wel makkelijker door.” Mijn vriend is niet overtuigd. “De computer wordt slimmer dan ons.” Dat ‘slimmer’ is het punt. Zijn al die kunstmatige intelligenties nou ook echt intelligent?
Ik zeg hem: “Je gebruikt toch ook Spotify? Daar krijg je elke week je eigen playlist en adviezen over welke muziek je leuk vindt. Dat bestaat al een tijdje en ik hoorde je toen nooit klagen over zorgen dat de computer slimmer zou worden dan jij.” Spotify heeft als het ware alle muziek van de wereld in het geheugen. Maar ook jouw dagelijks luistergedrag en dat van honderden miljoenen andere mensen. Met ontzettend veel rekenkracht en slimme algoritmes (formules) worden daarin patronen herkend. Zo voorspelt Spotify wat jij leuke muziek vindt.
Het principe achter ChatGPT is niet anders. Alleen in plaats van muziek zijn nu alle boeken, artikelen, webteksten enzovoort geanalyseerd en onderworpen aan complexe algoritmes. Het resultaat is indrukwekkend. Maar in de basis is ChatGPT een ‘woordvoorspeller’. Op basis van jouw vraag wordt voorspeld welke informatie relevant is. In theorie op basis van alle teksten die er ooit geschreven zijn door alle mensen. Het is software die de werking van onze hersens nabootst. Het grote verschil is dat de computer geen werkelijke beleving of gevoel heeft bij een muziekstuk of tekst. Hij wordt niet ontroerd door een mooi gedicht. In die zin weet ChatGPT alles, maar begrijpt niets.
Anton Loeffen, A.loeffen@tsh.eu