Op de locaties in Boxmeer en Dongen produceert Marel onderdelen en assemblages voor de pluimvee-, vlees- en verdere verwerkingsindustrie. De toegevoegde waarde ligt in het ondersteunen van deze industrieën door een breed scala aan producten en systemen te leveren, ontwikkeld op maat of samengesteld op maat. Door innovatie te ondersteunen met kennis en mogelijkheden, kunnen deze industrieën snel reageren op de markt met toonaangevende producten.
Mensen maken het verschil
Wereldwijd is ons land een voorloper in diervriendelijke behandeling van vleeskippen. Het door Marel ontwikkelde ATLAS transportsysteem draagt daar aan bij. Rond voedselveiligheid en ziektepreventie zet ATLAS een trend: transportmodules worden perfect gereinigd en gedesinfecteerd. Ook aan de consumentenbehoefte aan gedetailleerde productinformatie wordt gehoor gegeven. De geautomatiseerde systemen verzamelen stap voor stap productinformatie en voegen dat toe aan het datapakket dat elk product blijft vergezellen gedurende het proces. Zo blijven de gegevens traceerbaar, tot aan het etiket.
Jeroen van Oers: “Marel is een wereldwijde speler die uiteraard niet alle machines in Nederland bouwt. Maar wat we wél hier produceren zijn producten die beïnvloed worden door de lokale kennis van en innovatie door onze mensen. Juist door de korte contacten met klanten begrijpen wij de vraag. Onze klanten kopen niet ‘van het schap’; ze willen een oplossing compleet naar eigen inzicht en behoefte samengesteld zien. Wat manufacturing doet, is zo efficiënt mogelijk maken wat onze verkooporganisatie met de klant heeft afgesproken. Je moet weten welke aspecten voor de klant het verschil maken. En uiteindelijk maken daardoor dus onze mensen het verschil. En dat willen we zo houden, want daarin zien we de meerwaarde van het werken vanuit deze regio.”
Constante verversing
Om dat laatste te kunnen blijven doen, worden processen bij Marel verder geautomatiseerd en gedigitaliseerd. “Want de productonderdelen worden steeds complexer”, legt Jeroen van Oers uit. “Steeds meer werken we met robots en software. Dus naast de traditionele vakman zoeken we meer en meer ook robotoperators, programmeurs en automatiseerders. Maar die mensen moeten er natuurlijk zíjn en ze moeten ook naar je toe willen komen.”
“Het meest ideale is om ervoor te zorgen dat je constante verversing hebt met mensen die niet alleen nieuw bloed brengen, maar ook nieuwe ideeën. Het hoeven heus geen visionairs te zijn, maar juist wel die jonge man of vrouw die zegt: ‘Volgens mij kan dit anders’. Zo van: ‘Dit kan goedkoper, makkelijker, sneller, veiliger.’ En die dat dan ook uitspreken. Dát vind ik mooi. Dán krijg je die dialoog. En dat willen wij stimuleren.”
Jeroen van Oers
Marel
www.marel.com