Door de introductie van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) heeft de werkgever sinds 1 januari 2015 te maken met de zogenaamde aanzegplicht. Advocaat Maurice Spijker van GH Advocaten schreef er destijds in het tweede nummer van InZaken (november 2015) over. De wet geldt nog steeds, dus doe je voordeel met deze informatie.
“Op grond van de aanzegplicht is de werkgever verplicht om een werknemer met een tijdelijke arbeidsovereenkomst van zes maanden of langer uiterlijk één maand voor de einddatum schriftelijk te informeren of, en zo ja onder welke voorwaarden, de arbeidsovereenkomst wordt voorgezet of beëindigd. Het doel van de aanzegplicht is dat de werknemer tijdig weet waar hij aan toe is.
Het niet in acht nemen van de aanzegplicht door de werkgever heeft geen gevolgen voor het eindigen van de arbeidsovereenkomst; deze eindigt net als voorheen van rechtswege. Als echter niet tijdig het einde van de arbeidsovereenkomst wordt aangezegd, is de werkgever wél een boete verschuldigd aan de werknemer ter hoogte van één maandsalaris. Als aanzegging van einde van de arbeidsovereenkomst gedurende de laatste maand wordt gedaan in plaats van vooraf aan de laatste maand, dan wordt de boete naar evenredigheid vastgesteld. De werknemer kan binnen twee maanden na afloop van de arbeidsovereenkomst bij de rechter verzoeken om de boete. Doet hij dit niet tijdig, dan vervalt de betalingsverplichting.
Om toekomstige geschillen omtrent de aanzegplicht te voorkomen kunt u als tip bij voorbaat aanzeggen. Het is de werkgever wettelijk toegestaan om reeds bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, bijvoorbeeld in de arbeidsovereenkomst zelf, schriftelijk aan te geven dat de arbeidsovereenkomst niet zal worden voortgezet.
Heeft u vragen over de aanzegplicht, ofwel andere vragen omtrent het arbeidsrecht? Onze specialisten staan voor u klaar!”