Iedereen kent wel de sprookjes van vroeger met de karakteristieke boze stiefmoeder. In de echte wereld (en daarmee dus ook in de notariële praktijk) kunnen echter ook stiefkinderen voor problemen zorgen. Notaris Ramon van Schijndel, van Notariskantoor Teeuwen in Boxmeer, schreef daar een column over voor ons tweede nummer van InZaken (november 2015).
“Stelt u zich het volgende voor: een man en een vrouw (met ieder twee kinderen uit een eerdere relatie) gaan met elkaar trouwen. Gedurende dit huwelijk komen er geen kinderen meer bij. Als een van hen overlijdt en er is geen testament opgesteld, bepaalt de wet dat de achterblijvende echtgenoot of echtgenote (de ‘langstlevende’) alle goederen ontvangt, terwijl de kinderen een vordering krijgen ter grootte van hun erfdeel. Ook sommige testamenten bevatten deze regeling. Hierdoor heeft de langstlevende alle goederen, maar daarnaast ook een schuld aan de stiefkinderen. De langstlevende kan vervolgens dit vermogen opmaken.
Wat lang niet iedereen zich realiseert, is het volgende: als de langstlevende zelf komt te overlijden, worden deze schulden aan de stiefkinderen opeisbaar en komen daardoor in mindering op de nalatenschap van de langstlevende. In het ergste geval betekent dit niet alleen dat de stiefkinderen de nalatenschap van de langstlevende kunnen leegtrekken, maar kan het zelfs inhouden dat de ‘eigen kinderen’ van de langstlevende (als zij de nalatenschap zuiver aanvaarden) hun eigen vermogen moeten aanspreken om hun stiefbroers en stiefzusters uit te kunnen betalen.
Een goed opgesteld testament kan hierbij heel veel problemen voorkomen. Wilt u hier meer over weten of wilt u uw bestaande testamenten hierop laten nakijken? Neem gerust contact met ons op!”