Goed eten, daar houd ik van. Ik weet het, ik maak een knipoog naar een veelvuldig gehoorde slogan van een van onze grootgrutters. Maar het is wél zo. Vorige keer had ik het over het boerenbedrijf als een wezenlijke aanjager van onze regionale economie. Onze streek zit vol arbeidsvitaminen die zo uit de grond komen. Dat verdient een pluim.
Ik speel al een tijd met het idee om een kookboek te publiceren, samen met de initiatiefnemers van een Goei Leven. Wat heet: het pruttelt reeds. En ook een naam heb ik al gevonden: Goei gerei. Want dat is wat hier van het land komt. In het boek komen gerechten van boeren en anderen die banden hebben met deze bedrijfstak. Je valt van de ene in de andere verbazing: zo’n beetje alles wat hier in de supermarkt in de schappen ligt, komt hier vandaan of kan hier geteeld worden. Trouwens… mochten er nog boeren en boerinnen zijn met een mooi recept voor Goei gerei? Jullie weten me te vinden!
Ook in een ander opzicht valt er van deze editie te smullen. Wat te denken van een levensverhaal van Anton Kristen, die man die in 1978 Bolsius kocht en het redde uit de klauwen van de destijds moordende Oostblokconcurrentie? Of Guido Weijers, een van ’s lands best verkopende cabaretiers? Met een escaperoom en brasserie in het voormalige kantongerechtsgebouw in zijn geboorteplaats Boxmeer hoopt hij een wat jonger publiek van buiten naar onze regio te trekken.
Daar proost ik op!