Wethouder Maarten Jilisen houdt de grote lijn in het oog
Wethouder Maarten Jilisen vindt dat de nieuwe gemeente Land van Cuijk initiatief moet tonen als het gaat om het verwerven van een volwaardige positie in het grotere geheel. Intussen geeft hij inzicht in de huidige stand van zaken binnen twee van zijn portefeuilles: Financiën en Economie.
Sprekend over financiën: “We zijn nu onderweg naar het eerste Land van Cuijkse financiële document: de Kadernota. Die komt er niet, want we zitten nog veel te vroeg in het financiële proces van de herindeling. Klinkt raar, maar de nieuwe gemeente is een optelsom van vijf begrotingen. We weten heus wel wat we moeten doen, maar we kunnen daar nog niet overal precies een financiële richting aan geven.”
Op naar de begroting…
“Dat zal over twee weken (zo ongeveer het moment dat u als lezers deze InZaken voor het eerst ziet, red.) heel anders zijn: we zitten (als we elkaar spreken, begin juni, red.) te wachten op de Meicirculaire van het Rijk. Die is heel belangrijk, want zestig procent van onze inkomsten als gemeente komt van het Rijk. Elke verandering daarin heeft direct invloed op ons beleid, zowel negatief als positief. Het is daarom dat we dit document afwachten.”
“Dan is er normaal gesproken de Kadernota. Daarin staan onze beleidsvoornemens en een doorkijkje in de financiën tot dat moment. Dat geeft al enigszins aan waar we naartoe willen, maar over de financiën is nog te weinig bekend. We hebben niettemin wel al een ideeën- en wensenlijst en een beeld van hoe het schip ‘Land van Cuijk’ moet gaan varen, de komende jaren. Daarom spreken we nu van een Kaderbrief, en dat is één element. Het tweede is het Raadsprogramma; de raad is uiteraard min of meer bepalend in wat we gaan uitvoeren, al zal zij niet álle gebieden benoemen. En dan is er nog het Herindelingsdocument; daarin staat heel breed wat voor gemeente we willen zijn. Deze drie documenten bepalen voor
een groot deel de koers voor de korte, middenlange en lange termijn. Daar komt straks dus de Meicirculaire ben en dan gaan we met al onze input naar een begroting voor het najaar.”
In evenwicht
“We willen als gemeente duidelijke voorlichting geven. We vinden het belangrijk uit te leggen hoe de financiën van een gemeente werken. Heel essentieel is dat wij altijd structureel in evenwicht moeten zijn; er mag geen al te groot verschil
tussen onze inkomsten en uitgaven zijn,
al helemaal niet op de langere termijn.”
“Onze nieuwe gemeente heeft een begroting van zo’n 250 miljoen euro. Om dat even in verhouding te zetten tot de discussie rond het nieuwe gemeentehuis: dat kost eenmalig 18 miljoen, maar dat schrijf je over veertig jaar af, dus dat is maar een klein deel op de totale begroting. Elk miljoen dat ik als gemeente leen, kost me veertig jaar lang 25.000 euro structureel. Dat past heus wel in een begroting. Daarbij komt dat één gemeentehuis ons minder kost dan vijf…”
Zes pijlers
Over zijn andere portefeuille, Economie, zegt Maarten Jilisen: “Die krijgt een belangrijke positie binnen de gemeente. We willen naar een toekomstbestendige economie en een goede samenwerking met partijen om ons heen, zoals een Euregio, regio Noordoost-Brabant of provincie. We willen de brede welvaart versterken en vestigingsklimaat verbeteren. Daarbij willen we economie positioneren op het gebied van een zestal pijlers: Communicatie & Identitiet; Ruimte & Infrastructuur; Milieu & Duurzaamheid; Arbeidsmarkt & Onderwijs; Detailhandel, Horeca & Recreatieve Bedrijven;
Regionale & Lokale Samenwerking,”
“Neem als voorbeeld Ruimte & Infrastructuur. We gaan daarbinnen aan de slag met een langetermijnvisie bedrijventerrein. En met de transitie van het landelijk gebied, nu veel boeren overwegen te gaan stoppen. Datagedreven mobiliteitsbeleid is een derde onderdeel binnen deze pijler. Kijk je naar Arbeidsmarkt & Onderwijs, dan denken wij aan een Healthcampus en een Techcampus. Wij streven niet naar een hbo- of universiteitslocatie; die zijn er al in de wijdere regio. Maar we willen wél goede basisopleidingen op mbo-niveau voor alle bedrijven in onze regio. We hebben de vakmensen, denk aan techniek en zorg, straks kei-hard nodig.”
Binnen detailhandel en horeca blijft de gemeente continu aandacht geven aan de centra van de grotere plaatsen.
“We willen die centra compacter maken en de functies zoveel mogelijk bij elkaar brengen. Zo kunnen we in de periferie van zo’n centrum leegstaande winkelruimte omzetten in woonfuncties. Dat zit al heel lang in het beleid, maar dat gaan we
versterken. Leegstand betekent immers dode plekken in de centra.” Genoeg werk aan de winkel.
Portefeuilles:
• Financiën
• Economie
• Recreatie & Toerisme
• Evenementen, Markten & Kermissen
• Regionale Samenwerking